zaterdag 23 mei 2015

Zat 23 Mei : Ajaccio

We sporen vrijdagavond naar Brussel en verder naar Hoeilaart waar we bij Ann, dochter van Diane en haar vriend uitgenodigd zijn. 

Zij rijden ons dan naar het de Ibis in Diegem, vanwaar we de volgende ochtend met de shuttle bus naar de luchthaven rijden.

Een ideale oplossing voor een vroege vlucht.






Rond 9u landen we reeds in Ajaccio, waar we wel bijna 2 uur bij Avis moeten aanschuiven om onze huurwagen op te halen.

















De rit naar de binnenstad en het vinden van ons hotel verloopt heel vlot.

We kunnen nog niet inchecken, laten onze bagage in bewaring en trekken de stad in.




































Palais Fesch – Musée des Beaux-Arts
Kardinaal Fesch was de oom van Napoleon, hij liet Palais Fesch – Musée des Beaux-Arts in 1827 bouwen. Hij richtte 3 vleugels in met kunstwerken. Deze kunstwerken werden in 1839, toen hij overleed, aan de stad geschonken. Het museum heeft een belangrijke en bijzondere verzameling van schilderijen en beelden.






    De "Chapelle Impériale" (oorspronkelijk Chapelle Palatine)
    aan de zuidvleugel van het Fesch paleis .

    De keizerlijke kapel was tussen 1857 en 1860 op verzoek van Napoléon III gebouwd, met instemming van de kardinaal Joseph Fesch, de oom van Napoléon die een uniek graf voor de familie Bonaparte wenste. De kapel werd gebouwd onder leiding van de architect Alexis Paccard. De ouders van de keizer, Carlu Buonaparte en Maria-Letizia Ramolino en de kardinaal Fesch rusten in de ronde crypte met sacrofagen van zwart marmer, met de andere familieleden.





















In de namiddag rijden we naar de Îles Sanguinaires, de wilde bloeddorstige eilanden.
De naam van deze begroeide rotsen die een eindje van de Pointe de la Parata te zien zijn, lijken afkomstig van het rode gesteente. Het woord ‘Sanguinaire’ betekent namelijk letterlijk ‘bloeddorstig’. Dat is alleen niet het geval. De werkelijke betekenis komt van het Latijnse woord ‘Sagonares Insulae’, ‘eilanden van de Golf de Sagone.
Het grootste eiland is Grande Sanguinaire, ook wel Mezzumare genoemd. Je vindt er een vuurtoren uit 1840 en de ruïnes van een Genuese toren.  

In 1863 woonde de Franse schrijver Alphonse Daudet in de vuurtoren. 

Hij beschreef de Sanguinaires als wilde eilanden. Volgens hem waren de eilanden bewoond door wilde geiten, Corsicaanse pony’s en een visarend.









De andere 3 eilanden zijn erg klein, niet meer dan een rots in de zee.






Op de terugweg stoppen we aan het Kerkhof van de Zeelieden.

Le cimetière marin d'Ajaccio
Sur la route des Sanguinaires, sur la droite, on découvre un étonnant cimetière.
L'entrée franchie, on se retrouve au milieu, non pas de tombes, mais de tombeaux plus beaux les uns que les autres. Certains possèdent même des portes vitrées.
En général, un petit autel se trouve à l'intérieur des tombeaux.








Ce cimetière domine la mer.
L'endroit est magnifique et il est agréable de se promener dans les superbes allées.
Tino Rossi, Fred Scamaroni reposent ici.






















We rijden terug naar het hotel, parkeren de auto en wandelen, nogmaals naar het centrum, en bezoeken het geboortehuis huis van Napoleon.



























De laatste residentie van Napoleon op St Helena



Het uitzicht vanuit onze kamer 





































Geen opmerkingen:

Een reactie posten